24 september 2007, toen nog prinses Maxima houdt een toespraak over onder anderen de Nederlandse identiteit. Nou, dat heeft ze geweten! Een uit het verband gerukte uitspraak dat ‘dé Nederlandse identiteit’ niet bestaat, maakte een lawine van reacties los. En bepaald geen positieve beweringen!
In haar toespraak vertelde de toenmalige prinses dat ze de jaren voorafgaand aan 2007 naar de identiteit van Nederland had gezocht, maar die niet had gevonden. Om uw geheugen even op te frissen: ze vertelde dat volgens cijfers van de VN ongeveer 175 miljoen mensen wonen in een land waar ze niet geboren zijn. Ze refereerde aan de woorden van wijlen haar schoonvader Prins Claus, die haar op de vraag hoe het voelde om Nederlander te zijn antwoordde: ‘Ik weet het niet. Ik voel me wereldburger, Europeaan, Nederlander’. Ze vertelde dat ze die woorden nooit vergeten was, en vervolgde: ‘Nederland is één koekje bij de koffie, maar ook een enorme gastvrijheid en warmte’. Ter geruststelling voegde ze er aan toe dat haar geboorteland evenmin één identiteit kent.
Het feit dat haar toespraak enorm veel (boze) reacties opleverde, geeft wel aan hoe belangrijk het ‘hebben’ van identiteit kennelijk is. Identiteit is in principe wat uniek of eigen is aan iets of iemand. Het komt in velerlei soorten voor. Dan kan het gaan om de officiële gegevens in het paspoort, of om het karakter van een mens, een volk of bevolkingsgroep. Niet alleen een persoonlijke identiteit, maar ook organisaties bezitten deze. Met de opkomst van internet ontwikkelden zich online-identiteiten.
Kortom, het hebben van een identiteit is bepaald niet eenduidig te beschrijven. Veel mensen zijn er een leven lang zoet mee om te ontdekken wat hun persoonlijke identiteit is. Dat hangt er dan weer af of je je identiteit ontleent aan afkomst, relaties of aan bijvoorbeeld je creativiteit. Misschien heeft het ook te maken met de rol die een mens vervult, met afkomst, politieke voorkeur of geloof in idealen.
Bestaat de Sallander? Als allochtone Fries, ruim twintig jaar in deze streek wonend, zou ik een antwoord moeten kunnen geven. En ja, er zijn bepaalde uitspraken waaraan ik een Sallander herken. Maar diezelfde herkenbare uitspraak zou ook van de lippen van een Drent kunnen vloeien. Kennelijk is er een verwantschap tussen deze twee bevolkingsgroepen. Maar of ‘dé’ Sallander bestaat? Aan een antwoord hierop durf ik mijn vingers niet te branden.
Stel je voor dat dit antwoord uit zijn verband gerukt wordt.
Foekje Dijk