Na de lezing van Harry Peters over de biografie in boek en film, waarbij de film AMOUR FOU slechts kort werd genoemd, waren we toch wel nieuwsgierig naar de film zelf.
Een intrigerende titel voor een film met prachtige scenes, mooie muziek en tot in detail verfijnde decors. Hierdoor kwam je voor je gevoel ook zelf in deze tijd waarin de film speelt terecht. Rond 1800, een tijd waarin de piano er nog heel anders uitziet dan tegenwoordig, een tijd waarin je nog per postkoets reisde en waarin de medische wetenschap nog veel te leren had en eigenlijk niet veel meer kon doen dan een aderlating.
In deze tijd van veel decorum probeert een levensmoede dichter een vrouw te vinden die uit liefde voor hem en samen met hem het zinloze leven wil verlaten. Nadat de eerste door hem gekozen vrouw weigert vindt hij een zielgenote die, gemotiveerd door haar ongeneeslijke ziekte een heel eind met hem meegaat in de dubbele zelfmoord. Een heel eind omdat zij zich lijkt te bedenken, daar geeft de film echter geen zekerheid over. Wel wordt nog ontdekt dat de vrouw helemaal niet ziek is, zeker niet ongeneeslijk, echter deze ontdekking kwam te laat.
De film geeft een prachtig beeld van het leven rond 1800 met alle pracht en praal van de adelstand, maar ook van alle beperkingen die er zo’n 200 jaar geleden nog bestonden.
Wil en Wil.