Nieuw: literatuurcyclus!

Geïnspireerd door het succes de ‘muziekcursussen’ van de laatste jaren wil de werkgroep CCD dit jaar ook zoiets proberen met literatuur.

Dus geen muzikale klanken, maar verklankte taal, ofwel poëzie.
De taal van de poëzie kan, evenals muziek, een mens ontroeren en vervoeren. Het brengt ervaringen onder woorden, waar eigenlijk geen taal voor bestaat.
Niet alle gedichten zijn even toegankelijk en zijn daarmee aanleiding tot discussie.

Jan Kristen (neerlandicus) gaat dit seizoen letterlijk en figuurlijk een boekje opendoen over het hoe en wat van poëzie en andere literatuur, beginnend met de dichter H.H.ter Balk.

De eerste bijeenkomst is op dinsdagochtend 4 oktober, kijk hier voor meer informatie.

Als voorproefje:

HOERA! DE HERFST KOMT

De roodkoperen kont van de kunst
wordt door velen gekust,
zo komen ook op de 60watts gloeilamp
vliegen en torren af bij myriaden

denkend: waar ’t licht is is ’t lekker
De schrik van de torren ontlaadt zich
in minuscule stipjes, hun altaren
die zij bouwen op het glas van de gloeilamp

Hoera! de herfst komt! veel duister
veel lampen veel vleugelslag
Lezer onder je gloeilamp hef je hoofd op:
de trekvogels gaan, de uiltjes komen

Uit Boerengedichten [1969] van Habakuk II de Balker

Kunstbus

Met de kunstbus naar de Jheronimus Bosch-tentoonstelling

Op zondagmorgen vertrokken we met 57 geïnteresseerden naar ‘s Hertogenbosch. Chauffeur Feiko de Vries reed ons vlot tot vlak bij het Noordbrabants museum.

Na aankomst eerst even koffie en uiteraard Bossche bollen.

Met de audiotour als gids wandelden we ieder in eigen tempo door de expositie. Het leek erg druk, maar de doorloop was goed, zodat we tijdens het beluisteren van de toelichting bij elk werk  geleidelijk naar voren schoven. Daardoor konden we de details waar je op werd geattendeerd goed bekijken. Wat ons vooral opviel was, dat Bosch wel een erg morbide, sadistische geest had. De meest vreselijke kwellingen zijn aan zijn brein ontsproten. Het sprak zijn tijdgenoten wel aan, want hij was erg succesvol. Was het een bezwering van alle angsten die men in de Middeleeuwen had? Of was het juist een stimulans om een gelovig leven te lijden? Al met al heel boeiend.

Na het museumbezoek was er nog genoeg tijd om even door ‘s Hertogenbosch te lopen. De stad staat helemaal in het teken van Hjeronimus Bosch.

In het zonnetje op een terrasje, een goede terugreis, een superdag!

Peter de Jong en Vera van der Velde

Gouden Jaren

In september gestopt met werken; eindelijk tijd om een boek te lezen! Het boek “De Gouden Jaren” van Annegreet van Bergen was een mooie aanvulling om de terugblik op mijn werkzame leven te verdiepen. Inderdaad (!), het is onvoorstelbaar hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw is veranderd!

Annegreet vertelde gisteren wat de aanleiding was om het boek te schrijven: somberen over het korten van pensioenen en de vraag hoe haar oma zich zou verwonderen over hoe goed wij het nu hebben……..
Diverse highlights, zoals het papieren zakdoekje, het loonzakje, de wekelijkse teil, het lavet, de wasmachine, het verkeer, het bermtoerisme werden keurig gelardeerd met cijfers en statistieken.
De reacties kwamen uit de volle zaal: oh ja! – Ja, dat weet ik nog wel – zeg weet jij dat ook nog? Eén groot feest der herkenning!
Minder bekend was overigens het “condoom-droogrekje”. Waarschijnlijk nooit goed gesnuffeld in de ouderlijke linnenkast….. !

Na de pauze kwamen diverse reacties uit de zaal. Ja, het fraaie natuurlandschap heeft ingeboet door de veel-baans snelwegen, maar de kwaliteit van het oppervlaktewater is nu veel beter en over “zure regen” wordt niet meer gerept.
Intussen werd er afgerekend met het doemdenken: de welvaart is inmiddels verviervoudigd en iedereen heeft hiervan meegeprofiteerd!

Door het schrijven van het boek is Annegreet “vrolijker” geworden. Aan het eind van de avond zag ik alleen maar vrolijke gezichten, dus dat effect heeft zij goed over weten te brengen èn zo kondigde zij aan: er komt mogelijk een vervolg, want er is nog meer materiaal.

Ik ben benieuwd!

Wouter van Delft

échte “toon-kunst”

Al twee jaar hoorde ik zoveel lovende kritieken van het projectkoor Meesters & Gezellen in de Grote Kerk van Dalfsen, dat ik het dit derde jaar niet wilde missen.

Ik verwachtte eigenlijk een soort masterclass. Maar dat was het niet. Het leerproces van 20 talentvolle zangers van diverse conservatoria (de Gezellen) aan de hand van 4 ervaren koorzangers van het Nederlands Kamerkoor en Capella Amsterdam (de Meesters) had, onder leiding van de Letse koordirigent Sigvard Klava, al eerder plaatsgevonden in een tweetal intensieve repetitieperiodes. Wij kregen het resultaat van dit leerproces te horen in een gewoon concert. Nou ja, gewoon…

De koorzang was van uitzonderlijke klasse. Prachtig homogene koorklanken vulden de intense stilte in de overvolle kerk. Van ragfijn ingetogen piano tot overtuigende fortes, vloeiende dynamieken, harmonische akkoorden en atonale klanken.

Het veelal moderne programma bood de zangers alle gelegenheid om hun talenten te etaleren. Het was soms ware vocale acrobatiek. Zo kende het lied “Muo:aa:yiy:oum” (Hillborg) bijvoorbeeld helemaal geen tekst, maar louter klanken. Het meest tot mijn verbeelding sprak “A Drop in the Ocean” (Esenvalds), waarbij ik me werkelijk op zee waande, met een als een mantra gezongen Pater Noster als onderstroom. Van mij had er wel wat meer melodie in het programma gekozen mogen worden.

Al met al vond ik het meesterlijke koorzang, met een interessant programma. Of zoals ik iemand bij het verlaten van de kerk hoorde zeggen: échte “toon-kunst”.

Erik Koster